OVERWEGING
De Heer is mijn licht, mijn behoud, wie zou ik vrezen?
Zoals u weet lijdt Italië, na China, het ergst vanwege Covid-19. Sommige leden van de dominicaanse familie in het noorden van het land hebben het virus opgelopen. Laten we blijven bidden voor alle zieken, degenen die voor hen zorgen en voor degenen die manieren zoeken om de pandemie en de nadelige gevolgen ervan te overwinnen.
We houden afstand omdat we willen helpen om de keten van virale overdracht te doorbreken. Paradoxaal genoeg betekent afstand houden van elkaar dat we werkelijk zorgen voor elkaar, omdat we de overdracht van het nieuwe Coronavirus willen stoppen. Het heeft al het leven van velen geëist en bedreigt ook het leven en levensonderhoud van talloze mensen over de wereld. We houden afstand niet omdat we onze broeder of zuster zien als een potentiële virusdrager of omdat we zijn bang om ziek te worden, maar omdat we willen helpen de keten van deze virale overdracht te doorbreken. Wanneer de gezondheidszorg overbelast raakt, zoals in het noorden van Italië, worden onze zorgverleners gedwongen om moeilijke ethische beslissingen te nemen. Moet een patiënt die jonger is en dus een langere levensverwachting heeft voorrang krijgen boven iemand die ouder is? We hopen en bidden dat we dat zoveel mogelijk kunnen voorkomen, door te doen wat we kunnen om verspreiding van het virus te voorkomen. Hier in Italië is het, net als in veel andere landen, pijnlijk voor ons om de Eucharistie niet publiekelijk te kunnen vieren in een tijd waarin de mensen dit het meest nodig hebben. Toch moeten we dit lijden doorstaan in de geest van menselijke solidariteit en gemeenschap, want ‘als één deel van het lichaam lijdt, lijden alle delen mee’ (1 Kor. 12:26). We worden uitgenodigd om na te denken over de nabijheid van God. In deze tijd van quarantaine en de veertigdagentijd worden we uitgenodigd om tijd te nemen om na te denken over de nabijheid van God. Als de openbare eredienst wordt opgeschort voor het welzijn van gelovigen, worden we ons des te meer bewust van het belang van een geestelijke gemeenschap. Op al deze plaatsen lijkt het alsof de mensen een langdurige ‘paaszaterdag’ ervaren, wanneer de kerk zich onthoudt van de eucharistieviering om het lijden van de Heer te overwegen, in afwachting van zijn opstanding (Paschale Solemnitatis, 73-75). Zo worden we herinnerd aan het uitzien naar de Eucharistie van onze broeders en zusters die in afgelegen gebieden slechts één of twee keer per jaar de Eucharistie kunnen vieren. Nu, meer dan ooit, moeten we manieren vinden om isolement te doorbreken en het Evangelie van liefde en gemeenschap te prediken, zelfs in het ‘digitale continent’ (Acta Generaal Kapittel Biên Hòa 2019, 135-138). We moeten onze mensen eraan herinneren dat Jezus dichtbij ons blijft, zelfs als we hongeren naar het Brood des Levens. Laten we denken aan wat we diep in ons hart al weten. Als we het Evangelie willen verspreiden, moeten we bij de mensen zijn, dicht bij hen zijn! We moeten taalkundige, culturele, zelfs ideologische grenzen overschrijden om het Woord van God te verspreiden. Omgekeerd, als we de verspreiding van iets slechts zoals het coronavirus willen tegenhouden, moeten we afstand houden; we moeten ons onthouden van persoonlijke ontmoetingen omdat elke lichamelijke ontmoeting de mogelijkheid in zich draagt om de besmetting te verspreiden. We zijn nooit alleen, want we horen allemaal tot het Lichaam van Christus. De huidige pandemie toont duidelijk aan dat om iets door te geven persoonlijke nabijheid en ontmoeting noodzakelijk is. Als deze crisis voorbij is, laten we deze les dan niet vergeten: als we willen dat het Evangelie in onze geseculariseerde wereld rondgaat, is dezelfde persoonlijke nabijheid en ontmoeting noodzakelijk.
Ik hoop en bid dat onze studiecentra, parochies en andere apostolische centra als een ‘luchthaven’ blijven functioneren, dat wil zeggen, een overstapplaats waar mensen hun kennis en geloof verdiepen, zodat zij aan iedereen de aanstekelijke vreugde van het Evangelie positief kunnen ‘overdragen’.
Uw broeder,
|
|