Informatie  Vieren  Zorg  Leren  Onderweg  Financiën  Plein v. Siena  Links

 

DAG OM JE TE HERINNEREN
Overweging bij Mat. 3,13-17, op zondag 12 januari 2020.

De 12de januari 2014 was ook een zondag. En ook de feestdag van de doop van Jezus. Op die dag zijn wij vanuit de Maranathakerk getrokken naar ons nieuwe onderkomen op Rijnstraat 109. Voor het eerst hebben wij toen daar de zondag gevierd. Het hoogfeest van de doop van Jezus in de Jordaan.
Het derde en ook het oudste feest van de openbaring van de Heer. Het was en is nog steeds de plechtige presentatie van Jezus in onze wereld. In het verhaal van Matteus gaat de hemel voor hem open. Hij ziet de Geest van God over zich komen en hij hoort een stem die zegt: Deze is mijn welbeminde Zoon. In Hem vind ik vreugde.

Het is een prachtig verhaal. Johannes de Doper is volop bezig. Drommen mensen komen van alle kanten naar hem toe. Ze komen voor dat sprekende teken van vernieuwing en bekering. Ondergedompeld worden in water en eruit opstaan, recht overeind als nieuwe mensen. Anders worden, los van alles wat klemt en schuurt. Nieuwe mensen zijn met een blanco lei. Open en vrij voor de toekomst. Wie wil dat niet?
En ineens, heel gewoon midden tussen de doopgrage menigte: Jezus uit Galilea. Hij wil zich ook laten dopen. Johannes sputtert tegen: “Jij moet mij dopen, niet ik jou.” – “Laat nou Johannes. Zo moet de gerechtigheid worden vervuld..”
Dat is bijzonder. Dat is bij Matteus het eerste woord dat Jezus spreekt, het eerste woord uit de mond van Jezus. Er zullen nog veel woorden volgen. Maar dit is het eerste: Jezus gebruikt het oude bijbelse woord ‘gerechtigheid’. Deze mens, DE mens zal de weg van gerechtigheid moeten gaan. Zoals wij allemaal de weg van de gerechtigheid moeten gaan. De weg die voert door het water heen naar het leven. Door de wereld heen naar het Koninkrijk van de Vader. Dat woord gerechtigheid zal vanaf nu vaak aan de orde zijn.

En zo gebeurt het. Hij wordt gedoopt. Terstond daarna komt hij uit het water overeind. De hemel gaat over hem open en de Geest komt en de Stem klinkt. Deze is het. Om hem zal er vreugde zijn. Om hem zal het gaan. En om hem moet het nog steeds gaan.

Ook bij ons nu moet het allereerst gaan om hem. Telkens opnieuw. Zoals het op 12 januari 2014 ook vooral ging om hem.
Van Hem werd door de profeet gezegd: “Zo spreekt de Heer: Dit is mijn dienaar die ik ondersteun. Mijn uitverkorene, in wie ik behagen schep. Mijn geest stort ik over hem uit. Gerechtigheid laat hij stralen over de volkeren. Het geknakte riet zal hij niet breken, de kwijnende vlaspit niet doven. - Ik, de Heer roep u in gerechtigheid. Ik neem u bij de hand en ik waak over u. Ik maak u voor de mensen tot het teken van mijn verbond en tot een licht voor de volkeren.
Blinden zult u de ogen openen, gevangenen uit de kerker bevrijden. En uit de gevangenis allen die in het duister zitten.”

Die profetische woorden worden gezegd van Jezus. Maar ze gelden ook voor allen die in Hem geloven en in zijn naam gedoopt zijn. “Ik, de Heer roep u in gerechtigheid. Ik neem u bij de hand en ik waak over u. Ik maak u voor de mensen tot het teken van mijn verbond en tot een licht voor de volkeren.”
Op 12 januari 2014, toen wij voor het eerst in ons nieuwe onderkomen samen waren voor de viering, toen hebben wij tegen elkaar gezegd: de stem die geklonken heeft bij de doop van Jezus in de Jordaan, die stem roept tot op vandaag ons mensen op om op een nieuwe manier te kijken. Wij worden gevraagd om de onschatbare waarde van de nieuwe mens Jezus te zien en hem te volgen. Wij worden gevraagd op een nieuwe manier de Heer te zoeken en ons geloof in hem vorm te geven. Wij zijn met hem geroepen en gezonden. En op de eerste dag toen van ons samenkomen hier hebben wij ook gezien, dat het onze voornaamste uitdaging zou worden in ons onderkomen aan de Rijnstraat. Wij hebben toen gebeden: Moge de Heer ons bij de hand nemen en waken over ons. Op voorspraak van Thomas van Aquino en van Catharina van Siena.

Intussen is het 12 januari 2020. Weer vieren wij de doop van de Heer. Weer horen wij de profetische opdracht voor hem en voor al zijn volgers.
Ook vandaag bidden wij, dat hij ons bij de hand neemt en dat hij waakt over ons. Opdat wij de levende presentie van zijn kerk hier en nu in stand kunnen houden.
Psalm 107 zegt: “Gods goedheid houdt ons staande zolang de wereld staat! Houdt dan de lofzang gaande voor God die leven laat. Al wie door Hem bevrijd uit ongastvrije streken, naar huis werd heengeleid, zal van Zijn liefde spreken.”

p. A. Niesen o.p.

 terug