Informatie  Vieren  Zorg  Leren  Onderweg  Financiën  Plein v. Siena  Links

Sint Thomas van Aquino over: de jonge Jezus. 

Op 28 jan. l.l., patroonsfeest van onze parochie, hield Rudi te Velde, specialist in de wijsbegeerte van St Thomas en hoogleraar in Tilburg, onderstaande overweging. De keuze van het evangelie was: Luk. 2, 41-52.

 Vandaag, 28 januari, is het de feestdag van Sint Thomas. Het is mooi en passend om hier, in de viering van deze parochiegemeenschap genoemd naar Thomas van Aquino, Thomas met enkele woorden te herdenken. Je kunt van Thomas heel blij worden. Een kerk die dit soort van mensen voortbrengt kan toch niet helemaal fout zitten. Een diepzinnig denker, een leraar die je blijft verrassen, een groot gelovige ook die voor ons, zoveel eeuwen later, nog steeds als voorbeeld kan dienen.
We hebben zojuist geluisterd naar een legende van Thomas, Thomas de student en leerling die zich verrassend ontpopt als leraar. Natuurlijk, het is een hagiografisch verhaal, maar wel een met een diepere betekenis. Oppervlakkig gezien is de boodschap: hoe Thomas als leerling reeds de leraar was die hij later zou worden, als student was hij al briljant. De diepere betekenis is: om een goede leraar te zijn moet je ook leerling kunnen zijn en blijven. Het verhaal van Thomas die als leerling leraar kon zijn deed mij denken aan een preek van Thomas over Jezus als leerling. Het behoorde tot de reglementaire taak van een magister aan de middeleeuwse universiteit om behalve college te geven ook te preken voor de universitaire gemeenschap. Er zijn vele preken van Thomas overgeleverd, en een van die preken gaat over de jonge Jezus die leerling is en aanzit bij de geleerden in de tempel. Als ik dan toch moet preken over Thomas, dacht ik zo, dan maar over een preek van Thomas over Jezus, want eigenlijk moet elke preek over Jezus gaan.

De preek heeft als naam Puer Jesus, de jonge Jezus, en heeft als thema de groei naar volwassenheid. Het gaat over het evangelieverhaal van Jezus die op twaalfjarige leeftijd, de leeftijd waarop joodse jongens bar mitswa plegen te doen, naar de tempel in Jeruzalem gaat en te midden van de geleerden gezeten met hen in gesprek ging. Het verhaal eindigt met de woorden: “het kind Jezus groeide op en nam toe in wijsheid in genade bij God en bij de mensen.”
Het is een opmerkelijk verhaal. Als Jezus de zoon van God is, het vleesgeworden Woord, die in de wereld gekomen is om Gods heil onder mensen te verbreiden, hoe kan dan over Jezus gesproken worden als een gewoon mensenkind dat nog moet leren en opgroeit tot volwassenheid? In de tijd van Thomas waren er genoeg theologen die ontkenden dat er sprake kon zijn van een toename in kennis bij Christus. Jezus was nooit echt leerling geweest, van meet af aan zou hij geestelijk volgroeid zijn, “vol van genade en waarheid”, zoals Johannes zegt. Leerling wijst op een tekort, op een moeten verwerven van kennis. Maar dat kan toch niet voor Jezus gelden!
Hoe kunnen we de menselijkheid van Christus serieus nemen? In zijn preek worstelt Thomas met deze vraag. Het verhaal bij Lucas, zegt hij, geeft aanleiding tot verwondering: “Het is immers verwonderlijk dat de eeuwigheid in leeftijd toeneemt, want de Zoon van God is de eeuwigheid en is van eeuwigheid […] Ook is het verwonderlijk dat de Waarheid in wijsheid toeneemt, want de toename in wijsheid bestaat immers in het leren kennen van de waarheid, en Christus is de waarheid zelf. En het is verwonderlijk dat de schenker van genade toeneemt in genade; en Christus is de bewerker van genade. Tenslotte, het is verwonderlijk dat hij die alle mensen te boven gaat bij mensen in aanzien toeneemt.” Zo formuleert Thomas de bevreemdende paradox van Christus die mens en God tegelijk is. Christus neemt toe in wijsheid en genade, in relatie tot de bron die hij zelf is. Hoe moeten we dat begrijpen? Of Thomas’ antwoord helemaal bevredigend is weet ik niet. Hij suggereert dat Christus van meet af aan alle wijsheid bezat maar deze wijsheid op een bepaalde leeftijd naar buiten toe begon te manifesteren. Zo ontstaat de indruk dat hij toenam in wijsheid, maar in feite was die wijsheid er al. Waarom gedraagt Jezus zich dan als leerling? Waarom doet hij zich voor als leerling, terwijl hij in feite alle wijsheid al heeft? Thomas ziet in Jezus steeds de leermeester die alles wat hij doet in zijn leven ons voorhoudt ter lering. Jezus voltrekt het menselijk leven in al zijn aspecten, maakt ook de groei en ontwikkeling tot volwassenheid mee, om dat ons als voorbeeld voor te houden.

Ook in zijn ander werk, bijvoorbeeld in zijn grote Summa Theologiae, benadrukt Thomas de volle menselijkheid van Christus. Christus heeft de volledige menselijke natuur aangenomen; hij weet uit eigen ervaring wat het is om als mens te leven, inclusief het aspect van de groei tot volwassenheid. Niets van het menselijke is hem vreemd, maar in Christus is het toch het Woord dat de menselijke natuur leeft en ons voorleeft. Daar zit een diep mysterie in. Laten we tot slot nog even teruggaan naar de preek van Thomas. Jezus nam toe in wijsheid en genade. We moeten ons hierdoor laten verbazen, vindt Thomas. Het gewone is hier ongewoon. De woorden van Lucas raken aan het mysterie van Christus. Thomas benadrukt in zijn preek het aspect van de voorbeeldigheid van Jezus’ handelen. Jezus leeft ons de menselijke natuur voor, inclusief de geestelijke groei en de weg van de studie. Hij toonde zijn wijsheid op een leeftijd die daarvoor passend is, anders “hadden mensen kunnen twijfelen aan de echtheid van de aangenomen menselijke natuur”. En: “Hij wilde zijn wijsheid niet eerder tonen opdat zo de waarheid van de menselijke natuur in hem bevestigd zou worden en opdat hij ons de toename in wijsheid ten voorbeeld zou geven.” Deze zinnen suggereren een soort simulatie van Jezus’ kant, een doen alsof, een God die zich gedraagt als een mens maar het niet is. Maar dat is zeker niet de bedoeling van Thomas. Hij wil is ons laten zien hoe Christus, met een opmerkelijke soevereiniteit, de menselijke natuur leeft en doorleeft; zonder voorbehoud is hij aan mensen gelijk worden, en daar, in die intimiteit van God en mens, daar ligt ons heil. Amen.

Rudi te Velde   (tevelde@ziggo.nl)

 

  terug